De vier fasen van samenwerken tussen onderwijs en bedrijfsleven

Maarten Brand, Expert praktijkleren bij CENSES

Samenwerking tussen onderwijsinstellingen en het bedrijfsleven is cruciaal om studenten klaar te stomen voor de arbeidsmarkt. Niet voor niets benadrukt de overheid in al haar communicatie over het mbo hoe essentieel die samenwerking is. Toch varieert het niveau van samenwerken enorm. In deze blog legt Maarten uit welke 4 fasen van samenwerken we onderscheiden, waar de sweet spot van succesvolle samenwerking ligt en hoe je naar jouw eigen samenwerking kunt kijken.

 

Waar de ene school actief bedrijven betrekt en zelfs samen het onderwijs vormgeeft, blijft bij andere scholen de voordeur een soort magische grens. Hier verdwijnen studenten richting een stage of bedrijfsbezoek, terwijl bedrijven op hun beurt nauwelijks weten wat er binnen de schoolmuren gebeurt. Je kunt de samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven opdelen in vier fasen: verdeelde verantwoordelijkheid, gedeelde verantwoordelijkheid, co-design en co-innovatie. Hoewel de eerste twee fasen het meest voorkomen, zit de echte winst in fase drie en vier.

 

Fase 0: Verdeelde verantwoordelijkheid

Dit is de fase waar de meeste scholen en bedrijven zich bevinden. De school doet haar ding: theoretische lessen en simulaties binnen de muren van het klaslokaal. Zodra de studenten de praktijk in moeten, sturen we ze naar buiten voor stages en bedrijfsbezoeken. Het is een soort van: ‘Hier is de theorie, nu veel plezier in de praktijk!’ Er is weinig structurele samenwerking tussen school en bedrijf, wat leidt tot een kloof tussen wat studenten leren en wat ze moeten doen. Toegegeven, er is erkenning door S-BB, maar verder weet de school niet wat er in het bedrijf gebeurt en het bedrijf heeft ook geen idee wat er achter die schooldeuren geleerd wordt. Maar hé, je moet ergens beginnen, toch?

 

Fase 1: Gedeelde verantwoordelijkheid

In de gedeelde verantwoordelijkheid-fase gaat het al een stukje verder. Hier maken scholen en bedrijven afspraken over ieders taken tijdens stages of studentenprojecten in de beroepsopleiding. Het zorgt ervoor dat beide partijen actief betrokken zijn bij het opleidingsproces. Het is alsof de school en het bedrijf samen een dansje doen, maar nog niet helemaal ‘in sync’. Dit resulteert in een beter afgestemde leerervaring, maar het blijft vaak nog wat losjes en zonder vaste structuur. Er is wel eens een bedrijvendag op school, er is een stagemarkt en de stagecoördinator heeft een lijstje met stagebedrijven waar studenten van zeggen dat het er leuk is. Het is een stap in de goede richting, maar er is nog ruimte voor verbetering!

 

Fase 2: Co-design

Dan komt de co-design fase, waar het écht interessant begint te worden. Onderwijsinstellingen en bedrijven ontwerpen gezamenlijk leertrajecten, zoals lesmateriaal of buitenschoolse projecten voor studenten. Bedrijven denken actief mee over wat er geleerd moet worden, zodat het onderwijsaanbod beter aansluit bij de praktijk. Denk aan gezamenlijk ontwikkelde projecten, gastcolleges door mensen uit het bedrijfsleven, docentenstages en gezamenlijke evaluaties van een stageperiode. Hier zie je dat theorie en praktijk hand in hand gaan, als een goed geoliede machine. De deuren van het bedrijf staan open, de deuren van het klaslokaal staan open en docenten en vakmensen lopen regelmatig bij elkaar binnen. Het voelt als een levendige markt van kennis en ervaring, waar iedereen profiteert.

 

Fase 3: Co-innovatie

En dan, de crème de la crème van zo’n samenwerking: co-innovatie. Hier nemen beide partijen gezamenlijk verantwoordelijkheid voor het hele opleidingsproces en wisselen ze intensief kennis uit. Dit betekent dat docenten direct vanaf de werkvloer komen, dat er voortdurend afstemming over het curriculum is en een continue, gestructureerde en georganiseerde stroom van kennisdeling tussen school en bedrijven. Het is geen toevallige samenwerking tussen een paar docenten en vakspecialisten die elkaar kennen van de voetbalclub maar een geborgde samenwerking waar tijd, mankracht en middelen voor zijn vrijgemaakt. Samen werken ze aan innovaties die zowel het onderwijs als het bedrijfsleven verbeteren. Denk aan ontwerptrajecten waarin ze samen nieuwe onderwijsmethoden, innovatieve leermiddelen en een steeds verbeterend curriculum vormgeven. Co-innovatie zorgt ervoor dat studenten niet alleen worden klaargestoomd voor de huidige arbeidsmarkt, maar ook voorbereid zijn op de toekomst. Het is de fase waarin alles samenkomt en echt begint te schitteren.

 

De weg naar succesvolle samenwerking

De meeste samenwerkingen tussen onderwijs en bedrijfsleven bevinden zich in de fases van verdeelde en gedeelde verantwoordelijkheid; fase 0 en 1 dus. De sleutel tot succes ligt in de overgang naar co-design en co-innovatie. Deze fasen vereisen meer dan alleen af en toe op bezoek komen; een strategische benadering van samenwerking is nodig, waarbij beide partijen niet alleen kijken naar de onmiddellijke behoeften, maar ook gezamenlijk kijken naar de lange termijnontwikkeling van zowel studenten als deelnemende bedrijven.

 

Dat lijkt lastig. En dat ís het ook, daar moeten we niet ingewikkeld over doen. Toch is de inspanning de moeite waard. Onderwijsinstellingen en bedrijven die durven te investeren in co-design en co-innovatie plukken daar de vruchten van. Studenten zijn beter voorbereid, hebben actuele kennis en vaardigheden en kunnen zich snel aanpassen aan de vaak snelle veranderingen in hun vakgebied. Bedrijven profiteren van een continue instroom van goed opgeleide medewerkers, bouwen een sterk imago op bij schaars talent en zij hebben de mogelijkheid om het onderwijs vorm te geven dat perfect aansluit bij hun behoeften.

 

Zo’n intensieve stap vereist regie en coördinatie. En dat hoef je niet allemaal zelf te doen. Dat is fijn, want met alle werkdruk en tekorten ontbreekt daar vaak de tijd aan die nodig is. Herkenbaar? CENSES is een partij die zowel het onderwijs als het bedrijfsleven goed kent en de kennis en ervaring heeft om de regie te voeren over deze projecten. Ook hebben wij methodieken om ontwerpprocessen te faciliteren, bijvoorbeeld de CENSES Sprintmethodiek. Met onze kennis zijn wij in staat om stevige bruggen te bouwen tussen deze twee werelden; om die transitie naar co-innovatie mogelijk te maken.

 

Twee voorbeelden. CENSES ontwikkelde een lespakket met fietsfabrikant Stromer. Dit noemen wij een ‘project based learning module’ waarbij de fietsfabrikant kennis en materialen (fietsen) ter beschikking stelt om als een compleet pakket langs scholen te reizen. Docenten hebben toegang tot de nieuwste materialen van een marktleider in high-end Speed Pedelecs, Stromer krijgt de kans om studenten te laten kennismaken met het merk en met de kennis die nodig is om een goede vakprofessional te worden.

 

Ook ontwikkelde CENSES samen met mbo Aventus een intensief samenwerkingstraject tussen logistieke bedrijven en Aventus. Bedrijven zijn betrokken bij het onderwijsprogramma en de lesdagen voor bbl-studenten vinden niet langer plaats op school maar op de deelnemende bedrijven. Hoe dat precies in elkaar steekt? Neem contact met ons op voor meer info!

 

Ben je betrokken bij de samenwerking tussen school en bedrijven? En wil je werken aan het nog succesvoller maken van die samenwerking?  CENSES helpt. Om zelf alvast wat voorwerk te doen is het goed te onderzoeken hoe het er nu voor staat met die samenwerking. Een kleine oefening…

 

Stel jezelf deze drie vragen:

  1. Waar staat onze samenwerking nu?
  2. Wat zou de volgende fase voor jullie zijn?
  3. Weet je hoe je dat aanpakt?

 

En nu? Get connected met CENSES en ontdek wat we voor jou kunnen betekenen.

 

Neem contact met ons op